
Om stikstof ‘af te vangen’ zijn boeren sinds 2019 door afspraken met de centrale overheid verplicht om zogeheten vanggewassen te planten als zij mais verbouwen op zand- en lössgrond. Mais neemt, namelijk, niet alle stikstof op uit de bodem. Door direct na de maisoogst grasland in te zaaien wordt een groot deel van de resterende stikstof alsnog opgenomen. Goede oplossing, toch?
Het idee is goed, doch het weer laat zich niet sturen en toch wordt er van de boer geëist zijn mais voor 1 oktober te oogsten, rijp of niet rijp. Doet hij dat niet dan riskeert hij een fikse boete en/of korting op de nodige subsidies.
Dit is bijzonder aangezien de maisvelden nog niet volgroeid zijn door het weer in de afgelopen periode en leveren daardoor minder voedingswaarde (en daarmee minder geld op. Maar aan de andere kant zou er minder inkomsten kunnen zijn door de vermindering van subsidies ivm de geldende bepalingen.
Gelukkig heeft minister Schouten ter elfder ure (eenmalig) ingestemd met de verlenging van de termijn met een maand tot 1 november 2021, dus dat geeft de boeren lucht.
De natuur zet je niet in je agenda voor een afspraak, die doet wat het wil.
Maar er zijn plannen om deze werkwijze verder uit te breiden. Daarmee kan het voorkomen dat de duimschroeven nog verder worden aangedraaid: Het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn zal mogelijk de boeren in 2023 verplichten ook andere gewas(-gronden) voor 1 oktober leeg te halen.
Lokaal Belang vindt het stellen van een uiterste datum in deze vorm ambtelijk geneuzel en dit helpt onze boeren niet. Die verplichte oogstdatums moeten wat ons betreft afgeschaft worden. Op naar een reële manier om dit te stimuleren!